1. Woonvormen voor ouderen op het platteland
Kleinschalige woonprojecten voor dementerende ouderen vliegen als paddenstoelen uit de grond. Maar voor de gewone ouder die een beetje hulpbehoevend wordt is er geen keus. Deze mensen wonen in het dorp waar ze meestal ook geboren zijn. Als men meer zorg nodig heeft en het op zichzelf wonen te zwaar wordt, dan verhuist deze oudere naar een grotere plaats. Dit kan vereenzaming met zich mee brengen, omdat men niemand kent in die grotere plaats. De eerste woonvorm is dan ook voor ouderen op het platteland.
Als een kleinschalig woonproject wordt gerealiseerd voor gewone ouderen (10 personen) heeft dit vele voordelen. De sociale controle is in dit soort dorpen nog erg groot. Dus een helpende hand uit het dorp wordt in zo’n woonvorm gauw gedaan. Ook de tekorten aan verzorgend personeel worden hiermee teruggebracht. Nu hoeft men maar naar één plek te rijden, in plaats van tien verschillende plekken te bezoeken. Dat scheelt veel tijd en is ook nog eens goed voor het milieu qua CO2 uitstoot. Plus het probleem van vereenzaming is hiermee opgelost.
Als deze woonvorm op huurbasis wordt aangeboden dan ontstaat er een natuurlijke doorstroming. In dit pand dient rekening gehouden te worden met twee woonvormen i.v.m. echtparen. Ouderen geven aan dat zij het liefst in hun eigen dorp, waar ze geboren en getogen zijn, ook kunnen sterven. Met die mensen om zich heen waar zij hun hele leven mee hebben opgetrokken.
2. Begijnhof met 4 verdiepingen
De tweede woonvorm is een begijnhof, maar dan in de hoogte voor de grotere steden.
Het voorstel is een gebouw met 4 verdiepingen, waar per verdieping 50 woonplekken worden gecreëerd. Het gebouw heeft de vorm van een begijnhof. Op de onderste verdieping worden woningen gemaakt voor gehandicapte ouderen. Tevens komt er een winkeltje dat beheerd wordt door de bewoners zelf. Ook een beginnende kapper zou een ruimte kunnen gebruiken om op te starten. Na twee jaar maakt deze weer plaats voor een nieuwe, beginnende kapper. Een mooie binnenplaats, waar men gezellig wat kan drinken en een babbeltje maken, maakt het plaatje compleet.
Op elke verdieping wordt een ruimte gecreëerd waar bewoners gezamenlijk kunnen eten (als men dat wil) en/of samen kunnen komen. Per verdieping wordt een verpleegkundige in opleiding geplaatst. Tegen een vergoeding (de huur van de woonplek) kan de verpleegkundige in deze woonvorm de hulp verlenen die zij/hij mag leveren. Ook voor de wijkverpleging is dit een win-win situatie qua reisuren.
Om te zorgen voor een goede en natuurlijke doorstroming bestaat het begijnhof uit huurwoningen. Koopwoningen stropen immers op omdat nabestaanden of kinderen vaak een verkoop tegenhouden.
3. Tiny houses
Dit is een vorm van samenwonen, waarbij iedere oudere zijn/haar eigen tiny house heeft, maar waar ook gedeelde ruimtes zijn. Zoals bijvoorbeeld een keuken, een huiskamer en een tuin. De bewoners hebben compleet hun privacy, maar ook de mogelijkheid om gezelschap te zoeken. Daarbij hebben zij een gedeelde verantwoordelijkheid, voor elkaar en voor de behuizing. Daarom is het belangrijk dat de bewoners redelijk gelijkgestemd zijn. In deze woonvorm kan jong en oud worden gemixt, waardoor ook de mantelzorger op hetzelfde terrein kan wonen. Het aantal tiny houses in deze woonvorm hangt af van de grootte van het terrein.
4. Gezamenlijke woonboerderijen
Met deze nieuwe woonvorm wordt gebruik gemaakt van de boerderijen in ons mooie West-Friesland. Doordat er te weinig opvolgers zijn om het boerenleven op te volgen, verpauperen er vele boerderijen. Terwijl die boerderijen West-Friesland juist een speciaal aangezicht geven.
Door nu alvast na te denken om deze boerderijen bewoonbaar te maken voor meerdere gezinnen op leeftijd, wordt hiermee veel voordeel behaald. West-Friesland is dan gegarandeerd dat de boerderijen behouden blijven en onderhouden worden. Meerdere woonplekken worden gecreëerd, waarbij de wijkzorg niet van hot naar her hoeft te reizen. Men hoeft slechts naar één plek af te reizen, wat wederom veel tijd en geld scheelt. Ook hoeft de wijkzorg niet voor elk dingetje apart langs te komen, omdat men met meerdere ouderen in zo’n boerderij woont. Te denken valt aan vier appartementen per boerderij.
Vele jongeren geven aan dat zij deze woonvorm willen als zij op leeftijd komen. Deze boerderijen worden dan bezet door vrienden die hun hele leven met elkaar hebben opgetrokken.
Het is de taak van de gemeenten om hierin mee te denken, omdat voor deze woonvorm een wijziging in het bestemmingplan moet worden aangebracht waar meestal veel tijd in gaat zitten. Door er nu al over na te gaan denken is dit zeker haalbaar in de toekomst. Buiten dat de nieuwe generatie ouderen dit een mooie woonvorm vinden om hun oude dag in door te brengen, garandeert het ook het behoud van onze mooie boerderijen. De bewoners nemen in de meeste gevallen de kosten voor de verbouwing voor hun rekening.
Ook wooncorporaties kunnen hier heel makkelijk op inspringen. Door van de appartementen huurwoningen te maken ontstaat er een natuurlijke doorstroming en worden bestaande woningen vrij gemaakt voor de nieuwe jeugd van de toekomst.