Zoals telefonisch reeds besproken heb ik hierover gisteren ook al telefonisch contact gehad met dhr. W. Bakker. Ik heb hem aangegeven dat de opmerking dat de gemeten concentraties PFAS vergelijkbaar zijn met waarden zoals die in de Rijn te vinden zijn niet correct is. Sander Feenstra heeft deze opmerking ook tijdens ons overleg van 7 juli jl. gemaakt. Omdat ik daar aan twijfelde, maar het niet direct kon weerleggen, heb ik het later nog uitgezocht. Onderstaande tekst en bijgevoegd rapport inzake de monitoring van Rijnwater heb ik gisteren ook aan dhr. W. Bakker verstrekt.
“Bijgevoegd een rapport waarin de monitoring van de kwaliteit van het Rijnwater beschreven is. Dit betreft de monitoring van 2019, die van 2020 is nog niet gepubliceerd. Op de pagina’s 134 t/m 136 staan de gemeten gehalten PFAS van 4 monitoringspunten uit het stroomgebied van Rijnwater. De gemeten concentraties PFOA variëren tussen 1 en 6 ng/l (gemiddeld 3 ng/l), terwijl wij in de ringsloten concentraties PFOA van 59 en 103 ng/l hebben aangetoond (een factor 20 tot 34 hoger). Ik vind deze waarden niet vergelijkbaar.”
Opgemerkt wordt dat de concentraties PFOA in het percolaat en het grondwater nog hoger zijn. Ik zou deze opmerking dan ook uit het persbericht verwijderen omdat het anders de indruk wekt dat de gevonden waarden worden gebagatelliseerd.
Met betrekking tot het vervolgonderzoek hebben wij aangegeven dat het vervolgonderzoek uit meerdere onderdelen zou moeten bestaan. Een belangrijke eerste stap is om na te gaan wat de invloed is van uittredend PFAS van de vuilstort op de concentraties PFAS in het oppervlaktewater en grondwater van de omliggende polder. Omdat er sprake is van meerdere bronnen voor PFAS (er wordt in ieder geval ook met PFAS verontreinigd water ingelaten) en er sprake is van verdunning door de inlaat en regenwater, is het nog onbekend wat het aandeel van de vuilstort is in de concentraties PFAS in het oppervlaktewater en grondwater van de omliggende polder. Als blijkt dat dit aandeel substantieel is zal een tweede stap zijn te onderzoeken wat de langetermijneffecten zijn van het gebruik van het oppervlaktewater (bv. als drinkwater voor vee of beregening van gewassen). Voor de gebruikers van het oppervlaktewater is vooral deze tweede stap van belang om te weten, waardoor ik dhr. W. Bakker heb geadviseerd dit mee te nemen in de berichtgeving aan de omgeving. Anders wordt mogelijk de suggestie gewekt dat het CAW geen aandacht heeft voor de risico’s, terwijl ik in ons overleg juist de indruk heb gekregen dat iedereen hier heel serieus mee om wenst te gaan.
Zoals besproken zullen we volgende week maandag overleggen over de opzet van het vervolgonderzoek. Als je nog vragen hebt naar aanleiding van deze informatie verneem ik het graag.
Met vriendelijke groeten,
Jeroen Huls
Hiermee is tevens aangetoond dat de stelling van bodemzorg niet op waarheid berust dat er in de rijn meer pfas zit dan in het omgevingswater rond de oude vuilstort van Westwoud
na aanleiding van de uitslag van bovengenoemd onderzoek komt ABWF met verschillende persberichten
Onderzoek oude vuilnisbelt Westwoud: geen schadelijke staalslakken gestort

Met speciale walsmachines werd het afval op de stortplaats in Westwoud geplet.© Archieffoto MediahuisCees BeemsterVandaag om 16:30WESTWOUD
Op de voormalige vuilnisbelt langs het Zittend in Westwoud zijn geen schadelijke staalslakken gestort. Dit concludeert het adviesbureau voor bodem en milieu Terrascan uit Lijnden dat op de oude stortplaats in opdracht van Afvalbeheer Westfriesland (het voormalige CAW) een milieukundig onderzoek heeft uitgevoerd.
Terrascan voerde het onderzoek afgelopen mei-juni uit. Het rapport van Terrascan geeft volgens Afvalbeheer Westfriesland (ABWF) ’geen indicatie van uittreding van stoffen die verbonden kunnen worden aan de aanwezigheid van staalslakken’. Met dit resultaat hoopt het ABWF de zorgen over de eventuele aanwezigheid van staalslakken weg te nemen.
Stichting Ouderennetwerk Westfriesland had zorgen en/of vermoedens dat er in het verleden mogelijk staalslakken gebruikt zijn in de stort. Aanleiding van deze zorgen is een mogelijke relatie tussen schadelijke stoffen en het aantal sterfgevallen aan kanker in de omgeving van de vuilstort.
Ook in de raden van Drechterland en Enkhuizen zijn het afgelopen jaar vragen gesteld over de eventuele aanwezigheid van staalslakken. Het ABWF heeft eerder onderzoek uitgevoerd, maar ’in goed overleg afgesproken om een nieuw onafhankelijk onderzoek te laten doen’.
’Geen verspreiding’
Terrascan heeft gekeken naar verschillende stoffen in het oppervlaktewater, slib en grondwater van het direct aan de stortplaats grenzende gebied. Niets wijst op de aanwezigheid van staalslakken. Helemaal uitsluiten van staalslakken op een dieper bodemniveau is volgens ABWF overigens niet mogelijk. „Helemaal achterhalen kunnen we dat niet meer, maar met dit onderzoek kunnen we er gerust op zijn dat eventuele schadelijke stoffen die te maken hebben met staalslakken zich niet verspreiden naar de omgeving”, zegt ABWF-secretaris Timo Linting.
(Tekst gaat door onder de foto)

Op de voormalige vuilnisbelt langs het Zittend in Westwoud ligt al jaren een golfbaan.© Archieffoto Marcel Rob
„Samen met de SP in West-Friesland maakten we ons al langer zorgen. Wij vinden het een goede zaak dat er onafhankelijk onderzoek is gedaan in opdracht van het ABWF’’, reageert Willem Bakker van de Stichting Oudernetwerk Westfriesland. ,,Naar aanleiding hiervan kunnen we verder kijken.” Ook Jeroen Broeders, algemeen bestuurslid ABWF en wethouder gemeente Drechterland, is blij met het gehouden onderzoek: „De Westfriese gemeenten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de vuilstort. Op deze wijze willen we laten zien dat we de zorgen van onze inwoners serieus nemen.”